Er ligt een doos Merci op tafel. Daarnaast een cadeautje ingepakt in rood pakpapier. ‘Poezen Maaike’ staat er op. Het is eind van de week, begin van het weekend. Goed moment voor een cadeautje. En Poezen Maaike, dat ben ik. Twee dozen Merci zitten er in. Dat is aardig en lekker. Van de overbuurvrouw. Die andere doos Merci is voor mijn huisgenoot. De buurvrouw blijkt er ook een gekregen te hebben. De buurman van links ook. Merci, Merci, Merci. De hele straat wordt gevuld met dankbaarheid.
Aan de overkant van de straat woont een vrouw. Ze is bijna 70, dol op het koningshuis en Máxima is haar favoriet. Ze schildert haar ook, Máxima. Met een foto uit de ‘Vorsten’ als voorbeeld. De magazines Vorsten Royalty bewaart ze. Zoals ze eigenlijk alles bewaart: kaarten, kranten, posters. Zelfs kattenhaar. Die spaart ze op in lege jampotjes. ‘Wat doe je daarmee?’ vroeg ik enigszins geschokt bij het zien van tientallen gevulde potjes. ‘Wol spinnen.’ Ok… ‘Maar ik heb geen spinnenwiel.’ De overbuurvrouw heeft twee katten. Een rode en een grijze.
Aan het begin van de zomer, bij de buurtbbq, vertelde ze van de nieuwe knie die ze kreeg. En haar katten die tijdens haar revalidatieperiode in een asiel moesten. Voor ik er zelf erg in had, hoorde ik mezelf zeggen: ‘Ik zorg wel voor de katten.’ Vanaf dat moment ben ik Poezen Maaike. Ik vrees dat ik daar nooit meer vanaf kom. Zo heeft iedere buur die een doos Merci door de bus heeft gekregen zijn eigen taak: buurvrouw ruimt op en haalt boodschappen. Negen stuks fruit per week. Buurman installeert internet en digitale tv. Mijn huisgenoot springt voor ons in de bres door overbuurvrouw te vertellen dat, nu ze weer kan lopen, ze misschien ook weer zelf de katten eten kan geven.
Zo is het een komen en gaan van buren, kennissen, familie, vrienden en gemeenteleden. Daar aan de overkant. Bij de eenzame overbuurvrouw.
Volgende week krijg ik een nieuwe huisgenoot. Zij weet nog niet van het sociale stelsel in deze straat. En dat ze binnen een maand ook een taak zal hebben aan de overkant. Ze weet alleen dat daar een oudere vrouw woont. Met twee katten. Een rode en een grijze. Van de jampotjes, Máxima en nieuwe knieën weet ze niets.
Dat komt vanzelf.