In grote, witte lichtbundels dringt het licht door de bomen. Ik rijd over een prachtige bosweg. Het is herfst en ik ruik die typische herfstlucht. Van bos en bladeren. De lucht is blauw, buiten is het koud en ik geef wat extra gas. Wat nodig is om op tijd op de vergadering te komen. Links rijd ik een stilstaande auto voorbij. Een typisch geval van zakenmannenauto. Een zakenmannen man staat naast zijn auto en maakt met zijn zakenmannen Iphone foto's van de zon door de bomen. 'Mooi' denk ik. Het liefst zou ik ook de auto aan de kant zetten en genieten van deze dag en dit bos. Maar nee, de plicht roept. Dus parkeer ik 5 minuten later de auto bij Paleis Soestdijk. Waar de zoveelste vergadering voor een kerstevenement wacht. In al mijn haast om 2 minuten achterstand in te halen bots ik bijna tegen de tuinman op.
En even staat de tijd stil.
De tuinman sjouwt met een emmer vies water. Loopt op zijn gemak naar de put. Giet het vieze water in de put, kijkt op en ziet mij in volle galop bijna tegen hem op botsen. ‘Dit is ook mooi’, denk ik. Deze man heeft geluk. De lucht is blauw, de zon schijnt en het scheelt niet veel of er komen alweer witte wolkjes uit je mond als je uit ademt, en hij, deze tuinman loopt buiten. In alle rust.
Ik versnel mijn pas naar het paleis en bedenk dat die man het beter voor elkaar heeft dan ik.
'Waarom hebben wij ook zoveel ambitie?' vraagt een vriend zich hardop af als hij eenzelfde 'tuinman-moment' heeft als ik. Alleen dan met een bladblazende gemeentemedewerker. Op de momenten dat de verantwoordelijkheid zwaarder drukt dan het plezier is dat me een raadsel. Met het gevonden uitdagende, snelle leven lijkt de rust te zijn verdwenen. Terwijl die rust eerder voor verveling werd aangezien. Ach, het is alles gras en de buren.
Gelukkig bestaat er al sinds de zevende dag de rustdag. Dus pak ik een paar dagen later mijn fiets en trap in een keer door naar het bos. Op zoek naar de zon door de bomen, op zoek naar de rust, op zoek naar het licht.