Het bloed werd aan de buitenkant van het huis aan de deurposten gestreken, niet op de drempel, opdat het niet vertreden en verontreinigd zou worden. Het vormde een bescherming in de tijd van het oordeel: “En het bloed zal u tot een teken zijn aan de huizen waarin u verblijft. Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan en er zal geen plaag onder u zijn die verderf teweegbrengt, als Ik het land Egypte zal treffen” (Exod.12:13, zie ook vs. 23).
Israël werd gewezen op de Goddelijke waarde en kracht van het bloed. Het bloed aan de deurposten diende als een teken. Het was het bewijs, dat het paaslam was geslacht.
De hogepriester ging met het bloed van de offerdieren het Heiligdom binnen alwaar de verzoening plaatsvond. Zo is ook de Here Jezus met “…Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht” (Hebr. 9:12).
Zonder bloedstorting geen vergeving
Het ware offer is het bloedige offer, op grond waarvan de mens tot God kan gaan. Gods Woord zegt, dat er zonder bloedstorting geen vergeving geschiedt (Hebr. 9:22). Dit is dus zeer fundamenteel.
De eerste strijd tussen mensen op aarde speelde zich af rond het bloedige offer. Kaïn en Abel waren zonder meer door hun vader voorgelicht omtrent de manier om God te (kunnen) naderen. Kaïn stoorde zich daar echter niet aan en ging zijn eigen gang. Hebreeën 11:4 zegt: “Door het geloof heeft Abel God een beter offer gebracht dan Kaïn. Daardoor kreeg hij getuigenis dat hij rechtvaardig was; dit heeft God met het oog op zijn gaven getuigd. En door dit geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is”.
“Door het geloof”, Abel was dus gehoorzaam aan het Woord van God. Vandaar dat de HEERE acht sloeg “op Abel en zijn offer” (Gen. 4:4). God heeft alleen een welgevallen aan degene die gelooft.
Judas waarschuwt in zijn brief voor dwaalleraars, die ‘de weg van Kaïn’ zijn opgegaan (vs. 11). Zij verwerpen de autoriteit van God en Zijn Woord en willen Hem slechts dienen volgens hun eigen methode, naar hun eigen inzichten. Dit is een eigendunkelijke godsdienst, die voor de mensen vroom mag lijken, maar voor God geen enkele waarde heeft.
Ook vandaag zijn er vele theologen die niets moeten hebben van ‘het kostbare bloed van het Lam’. Zij verachten de waarde van het bloed van Christus en menen dat ‘de Christusfiguur slechts navolging verdient om mensen iets te laten proeven van het heil’.
Dit is echter een grote misvatting. Hoe verheven en bewonderenswaardig het leven van de Heiland op aarde ook was, het kon de mens niet redden. Hoe rechtvaardig de Heere ook wandelde als Mens op aarde en hoeveel liefde Hij ook betoonde, het kon geen oplossing zijn voor het zondeprobleem. Om dit probleem op te lossen moest er bloed vloeien! De dood van Christus deed het voorhangsel scheuren, zodat de weg tot God open ging. Door Zijn striemen en niet door Zijn weldaden en wonderen is ons genezing geworden (vgl. Jes. 53:5 en 1 Petr. 2:24). De Heere Jezus zei destijds: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht” (Joh. 12:24).
Wij zijn vrijgekocht “…met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam” (1 Petr. 1:19).
Abel moest zijn gehoorzaamheid met de dood bekopen, omdat zijn broeder boos werd. God accepteerde Kaïns offer niet. Het was niet ‘door het geloof’ dat Kaïn een offer bracht. Hij negeerde de wil van God. Abel lijkt de verliezer, maar is feitelijk de overwinnaar!
Schuilen achter het bloed
De Heere God had gezegd: “… als Ik het bloed zie, zal Ik aan u voorbijgaan”. De Israëlieten mochten schuilen achter het bloed, dat hen vrijwaarde voor het oordeel van God. Zij bevonden zich in hun huizen en zagen zelf het bloed niet zitten. Zij wisten, dat het er was en vertrouwden op de toezegging van God, dat Hij hen zou bewaren.
Zo mogen ook wij schuilen achter het kostbare bloed van het Lam. Zijn bloed reinigt niet alleen van alle zonde (vgl. 1 Joh.1:7), maar beschermt ons ook voor het oordeel. God ziet het bloed en wat wij verder zien is niet belangrijk. Voor ons geldt slechts: geloof. Vertrouwen op wat God zegt, omdat God het zegt.
In Johannes 5:24 zegt de Heere Jezus: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis…”.
Welnu, meer hebben wij niet nodig. Het staat er zwart op wit: “wie gelooft ... komt niet in de verdoemenis”, dat is het oordeel! Is dat niet een heerlijke boodschap?
Laat iedere lezer(es) ervan overtuigd zijn: God heeft u lief en wil niet, dat u verloren gaat, dat u door Zijn toorn getroffen wordt. Sterker nog: God heeft er werkelijk alles aan gedaan om u te (kunnen) sparen.
Paulus schrijft, dat God, onze Heiland, wil “…dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen. Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. Hij heeft Zich gegeven als een losprijs voor allen. Dit is het getuigenis op de door God bestemde tijd” (1 Tim. 2:4-6). En: “Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken...” (1 Tim. 1:15).
Het is een “getrouw woord” omdat het een Woord van God is. God liegt niet, God leidt je niet om de tuin, God houdt niemand voor de gek. Hij is getrouw; wat Hij belooft, dat dóet Hij ook!
Daarom is het ook “alle aanneming waard”. Kijk, mensenwoorden, daar moet je voorzichtig mee zijn. Het blijft immers: “God waarachtig en alle mensen leugenachtig”. Gods Woord echter is de waarheid. Op Hem kun je altijd vertrouwen. En het is waar: de Heere Jezus Christus is juist in de wereld gekomen met het doel om zondaren te redden!
Zoals de heilige God niet onverschillig is ten opzichte van de zonde, zo is de God, Die Liefde is, niet onverschillig ten opzichte van de zondaar. Integendeel, God heeft de zondaar lief en wil hem redden.
Deze liefde gaat ons menselijk verstand te boven. Ondanks onze fouten en tekortkomingen heeft God ons lief met een eeuwige liefde. En God heeft Zijn liefde bewezen door Jezus Christus, Die geleden heeft en gestorven is voor slechte mensen.
In Romeinen 5 lezen wij: “Want bij hoge uitzondering zal iemand voor een rechtvaardige sterven; hoogstens immers heeft iemand de moed om voor de goede mens te sterven. God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren” (vs. 7 en 8).
Sommige mensen stellen zich God voor als een soort despoot, die er op uit is om mensen het leven zuur te maken en hen te straffen voor elke misstap die zij begaan. Maar de Bijbel spreekt juist over de “goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland en God” (Tit. 3:4). God is rijk aan barmhartigheid en medelijden.
In het Evangelie vinden wij de Heere Jezus voorgesteld als de barmhartige Samaritaan. Een Samaritaan werd door de jood beschouwd als een onvolwaardig mens. Daar gingen joden niet mee om (Joh. 4:9). Toen er iemand afdaalde van Jeruzalem naar Jericho (d.i. naar beneden, symbolisch gezien de verkeerde kant op dus; een beeld van elke zondaar) werd hij overvallen en bleef halfdood liggen aan de kant van de weg.
Toen gingen er een priester en een leviet aan de overzijde voorbij, zij boden geen hulp. En daarna kwam er een Samaritaan, de laatste van wie ook maar enige hulp werd verwacht. En uitgerekend deze Samaritaan bood hulp en bewees barmhartigheid.
De Heere Jezus was onder Zijn volk en in de wereld de Verachte en Hij is dat nog steeds. Voor velen is Hij niet meer dan een mens, die ooit op aarde leefde. Zijn Naam wordt vaker als vloek gebruikt, dan als zegen! En toch is het uitgerekend deze Persoon, Die de Heiland der wereld is. Die barmhartigheid bewijst, want “de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden” (Luk. 19:10).
God is Liefde
In de Heere Jezus is “de grote liefde” (Efe. 2:4) van God zichtbaar geworden. In de Bijbel lezen wij twee keer: God is liefde (1 Joh. 4). Voor veel mensen (ook christenen) vormt dit een probleem vandaag. Mensen, die in hun eigen leven teleurgesteld zijn, of in de medemens. Mensen, die in de wereld om zich heen zien: moord, terreur, onderdrukking, voedsel- en milieuproblemen, atoomdreiging, etc. Mensen, die de hardheid van het leven misschien aan den lijve hebben ondervonden. Voor hen kan het een grote vraag zijn of God wel liefde is. Toch is het antwoord: Ja, God is liefde! En dat God liefde is, dat kun je zien in de Heere Jezus.
Dat zegt de Bijbel ook duidelijk: “Hierin is de liefde, niet dat wij God lief hebben gekregen, maar dat Hij ons liefhad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden” (1 Joh. 4:10).
God heeft Zijn Zoon in de wereld gezonden, opdat de wereld door Hem behouden zou worden (Joh. 3:17). En wie in Hem gelooft, ís behouden, en mag zingen:
Ja, Zijn Liefde zocht mij,
en Zijn bloed dat kocht mij,
door genade ben ik een kind van God!
(Lied 497 Joh. de Heer)