Woorden die worden gebruikt voor de wonderen in het Nieuwe Testament
|
Veel wonderen van Christus waren genezingen. Hij deed nooit een wonder van oordeel aan een mens. De gebeurtenissen met de verdorde vijgenboom en de vernietiging van de kudde zwijnen zijn wel oordelend van karakter, maar het raakt geen mens. Waar het wel mensen betrof, zien we dat blinden weer kunnen zien, stommen spreken, doven horen, melaatsen worden gereinigd; kortom: ziekten worden genezen. Zelfs doden worden opgewekt. Er worden duizenden gevoed met een paar broden en vissen en bij de bruiloft te Kana voorziet de Heer op wonderlijke wijze in wijn. De wind en de golven gehoorzamen de stem van de Heer, de vissen in de zee worden op Zijn bevel gevangen, demonen en boze geesten worden uitgeworpen en bezetenen bevrijd. En bij twee voorvallen liep de Heere ongezien weg uit de menigte.
Verband tussen prediking en wonderen
Het eerste verslag van een wonder in de Evangeliën is dat van Mattheüs 4:23 en 24: "En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het Evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk. En het gerucht over Hem verspreidde zich over heel Syrië; en zij brachten bij Hem allen die er slecht aan toe waren en door allerlei ziekten en pijnen bevangen waren, en die door demonen bezeten waren, en maanzieken en verlamden; en Hij genas hen”. Het gevolg van deze machtige werken was, dat grote menigten Hem volgden (vs. 25).
De wonderen waren niet alleen maar tekenen van macht, en werden ook niet gedaan om angst in te boezemen; het waren wonderen van genezing en zij trokken volgelingen aan uit het gehele land. De wonderen maakten het leren en prediken van de Heere compleet. Bij de laatste keer dat het in de Evangeliën over wonderen gaat zien we hetzelfde: "… maar zij gingen overal heen om te prediken, en de Heere werkte mee en bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden” (Marc. 16:20).
In Mattheüs 10: 7 en 8 zien we hetzelfde verband. En ook in Mattheüs 11:1 en 2 wordt het noodzakelijke verband tussen prediking en wonderen aangeduid. De reden (of tenminste een belangrijke reden) waarom de wonderen werden verricht, vinden we in Mattheüs 11: "Toen begon Hij de steden waarin de meeste krachten door Hem verricht waren, te verwijten dat zij zich niet bekeerd hadden" (vs. 20). Het nauwe verband tussen de wonderen en het getuigenis wordt ook in Mattheüs 13:58 aangegeven: "En Hij deed daar niet veel krachten vanwege hun ongeloof".
Let bij de woorden van Mattheüs 4:23 en 24 op de omvang van wat er gebeurde, namelijk dat Hij elke ziekte en elke kwaal onder het volk genas en men allen tot Hem bracht, die die er slecht aan toe waren door allerlei ziekten en pijnen...
Bevestiging
Met deze verzen houden de wonderen bepaald niet op. Wanneer we de complete lijst van wonderen zien die in de Evangeliën zijn vermeld, beginnen we ons te realiseren hoe krachtig de bevestiging was, die wordt gegeven aan de bediening van de Heere. Voegen we daar het getuigenis van Johannes 21:25 aan toe, dan komen we nog meer onder de indruk: "Er zijn echter nog vele andere dingen, die Jezus gedaan heeft; indien deze één voor één beschreven werden, dan zou, naar ik meen, de wereld zelf de boeken, die geschreven werden, niet kunnen bevatten". Wat een overweldigende bevestiging van Zijn Messiasschap zijn geweest.
Tekenen
En toch ... bekeerden zij zich niet, maar kruisigden Hem! Na Zijn opstanding is Hij ten hemel gevaren en sindsdien is het Koninkrijk verborgen. Eén van de kenmerkende dingen die de prediking van het Evangelie van het Koninkrijk vergezelden, waren de wonderen. Eén van de opvallende kenmerken van de prediking van het geheimenis in deze tijd is de afwezigheid daarvan!
De wonderen van destijds mogen dan ook beschouwd worden als tekenen van de toekomende eeuw, die aanbreekt als de Heere Jezus wederkomt!