"Ook heb ik onder de zon deze wijsheid gezien en voor mij was zij groot: Er was een kleine stad met weinig mensen erin. Een groot koning trok er tegen op en omsingelde die. Hij bouwde er grote bolwerken tegen aan. Daar trof men een arme, wijze man aan. Hij had de stad kunnen redden door zijn wijsheid, maar geen mens dacht aan die arme man. Toen zei ik: Wijsheid is beter dan kracht, maar de wijsheid van de arme wordt veracht en zijn woorden worden door niemand gehoord. Woorden van wijzen, in rust aangehoord, zijn beter dan het geroep van hem die over dwazen heerst. Wijsheid is beter dan wapentuig, maar één zondaar bederft veel goed" - Prediker 9:13-18
Een treffend voorbeeld
Wij vinden hier in Prediker 9 een bijzonder verhaal die niet direct valt te herleiden naar een werkelijke geschiedenis uit de Bijbel. De meeste overeenkomst vinden wij terug in een geschiedenis uit 2 Samuël 20. Daar zien wij dat Joab (de knecht van David) de plaats Abel-Beth-Maächa belegert omdat men daar een opstandeling verbergt. De stad dreigt te vallen en onder de voet gelopen te worden. Op dat moment treedt er een wijze vrouw naar voren. Zij gaat de onderhandeling met Joab aan. En dan blijkt dat Joab slechts geïnteresseerd is in de uitlevering van de opstandeling. Het einde van het verhaal is dat de opstandeling onthoofd wordt en dat zijn hoofd over de stadsmuur Joab toegeworpen wordt. Vervolgens trekt Joab bij de stad weg en blijft deze ongedeerd.
Deze geschiedenis uit 2 Samuël leert ons dat het verhaal uit Prediker een reëel beeld schetst van hoe zaken konden gaan in die tijd. Het gaat er bij het verhaal uit Prediker niet om of de geschiedenis echt plaatsgevonden heeft, maar om de toehoorders met een treffend en actueel voorbeeld een wijze les te leren.
Wat is dan de wijsheid die uit dit verhaal valt te leren? Opvallend is in de eerste plaats het gebruik van de tegenstelling tussen aanzienlijk en onaanzienlijk. Prediker heeft het in vers 13 over een wijsheid die groot voor hem is. Deze grote wijsheid wordt uitgebeeld door een kleine stad met weinig mensen die omsingeld wordt door een groot koning die er grote bolwerken tegen opstelt. Het is dan een arme, wijze man die de stad kan redden door zijn wijsheid, maar er is niemand die aan hem denkt. Prediker sluit zijn voorbeeld af met de conclusie dat wijsheid beter is dan kracht, maar dat de wijsheid van de arme niet opgemerkt wordt.
Opvallend in deze geschiedenis is de verbintenis met de voorgaande verzen. Deze is terug te vinden in het woord 'bolwerken', wat een vertaling is van het Hebreeuwse woord 'mesodim'. Dit zelfde woord wordt in vers 12 vertaald met 'net': "Want de mens weet ook zijn tijd niet, evenmin als de vissen die in een boosaardig net worden gevangen (…) Net als zij worden de mensenkinderen op een kwaad ogenblik verstrikt, wanneer hun dat plotseling overvalt."
Zoals de vissen onverwacht en zonder dat zij dit aan zien komen in een net worden gevangen dat tot hun ondergang leidt, zo werd de kleine stad ook door het kwaad overvallen toen een groot koning tegen hen optrok. Waar er echter in het voorbeeld van de vissen geen redden aan is, daar is deze redding in het voorbeeld van de kleine stad wel te vinden. Hoe is deze redding dan te vinden? Nu, niet door geweld en wapentuig, maar door wijsheid. Ook is deze niet bij heersers (over dwazen) te vinden, maar bij een oude wijze man. Sterker nog, de dwaze heerser uit de kleine stad die het uit eigen kracht denkt op te kunnen nemen tegen een groot koning, wordt weg gezet als een zondaar. Toch kiest de kleine stad er uiteindelijk voor om naar het gebral van de dwaze heerser te luisteren in plaats van dat men de arme, wijze man opmerkt. De stad die gered had kunnen worden door wijsheid, gaat uiteindelijk ten onder aan dwaasheid en wapentuig.
De actualiteit
Ondanks dat dit verhaal zo'n drieduizend jaar geleden is geschreven, is de boodschap nog steeds actueel. Hoe vaak zijn er geen grote, maar dwaze leiders die hun volk het onheil in laten storten, terwijl wijze volksgenoten genegeerd of zelfs vervolgd worden? De huidige en recente ontwikkelingen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten laten ons dit duidelijk zien. Wijsheid wordt in deze wereld vaak niet gewaardeerd en het volgen van de weg van wijsheid leidt ook niet altijd tot succes. De mens die dan ook probeert te leven en te handelen vanuit wijsheid is vaak eenzaam en onbegrepen. Het is zoals in Prediker 1:18 staat geschreven: "Want in veel wijsheid zit veel verdriet. Wie kennis vermeerdert, vermeerdert leed."
Het is dan ook niet voor niets dat veel mensen liever voor de oppervlakkigheid van het bestaan kiezen door niet na te denken, in de grote massa op te gaan en zich vooral te richten op vermaak en bevrediging van eigen behoeften. Daarbij heeft men als referentiekader de zelf gecreëerde leiders zoals die op allerlei gebied te vinden zijn: politici, sporters, popsterren, acteurs, filosofen, wetenschappers, etc. Maar ook binnen het christendom doet men hier aan mee. Charismatische geestelijk leiders heersen vanaf hun christelijke podia over dwaze redeloze schapen die liever naar het aanstekelijke inhoudsloze geblaat van hun leider luisteren dan God Zelf te laten spreken vanuit Zijn Woord. De verkondiging van de welvaartstheologie is hier een goed voorbeeld van. Daarbij gaat het niet om de kwaliteit van het geloof en de relatie met de Heer, maar om hoeveel aanhangers een stroming heeft en wat de betreffende leer de 'gelovigen' aan voordeel oplevert in het leven. De aantrekkelijkheid van de boodschap en de macht van het getal heerst ook onder christenen. Daarbij zoekt men leiders die hen 'de waarheid' voorkauwen en uit wiens krop men kan eten, zoals jonge weerloze vogels bij hun moeder doen. In dergelijke kringen gaat het er ook niet meer om wat de Bijbel zegt, maar wat een bepaalde spreker leert.
Hoe zit het dan met Bijbelgetrouwe christenen? Dit is een steeds kleiner wordende groep mensen. Helaas vinden wij ook daar steeds meer vervlakking terug. Het valt mij op hoe moeilijk mensen het soms vinden om zelf te Bijbel te bestuderen, terwijl zij al jaren onder het gehoor komen en heel veel kennis hebben. Deze kennis blijkt vaak meer overgenomen dan zelf opgediept te zijn. Daarnaast maak ik ook regelmatig mee dat mensen op een bepaalde uitleg met de tegenwerping komen: "Ja maar broeder X leert dit en dat". Denkt men dan zelf niet na en heeft men dan zelf geen mening? De onmacht bij christenen om zelf de Bijbel te lezen en te bestuderen maakt hen kwetsbaar voor de vijand die op de loer ligt om hen (verder) af te laten dwalen van de pad van het geloof.
Wat is nu wijsheid?
Op deze vraag zouden wij een lang antwoord kunnen geven, wat wij hier niet gaan doen. Er zijn wel een paar belangrijke zaken over te zeggen. Zo staat in Prediker 7:1 het volgende: "Wijsheid is goed, als een erfelijk bezit (…) Het voordeel van kennis is echter dat wijsheid haar bezitters het leven geeft". Wijsheid kan in het perspectief van dit leven soms veel verdriet met zich meebrengen, maar in het perspectief van de toekomende hemelse heerlijkheid, geeft het de belofte van leven en wijst het naar het erfelijk bezit waarin wij in Christus mogen delen. Maar hoe verkrijg je deze wijsheid? Nu, het is ons al gegeven op grond van het volbrachte werk van Christus. Om haar echter te kunnen zien, moet je met andere ogen kijken. Niet met ogen gericht op de 'rijkdom' van het huidige aardse leven, maar met geloofsogen. Door deze geloofsogen geloofden twee van de twaalf verspieders (Num. 13-14) dat als de HEERE het volk genegen was, Hij met het volk zou zijn en hen het beloofde land zou geven. Het volk luisterde echter niet naar hen en wilde hen zelfs stenigen. Zij gingen liever af op de tien die met hun eigen ogen hadden gekeken en van eigen kracht uitgingen. Deze tien zeiden: "Wij kunnen tegen dat volk niet optrekken, want het is sterker dan wij (…) Wij waren in onze eigen ogen als sprinkhanen, en zo waren wij ook in hun ogen" (Num. 13:31-33).
Wijsheid is dat wij niet op eigen inzicht en kracht steunen en ook niet op dat van een ander mens. Laten wij 'slechts' steunen op het volbrachte werk van de Man die in Jesaja 53:2-3 als volgt omschreven wordt: "Gestalte of glorie had Hij niet; als wij Hem aanzagen, was er geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben. Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als iemand voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben hem niet geacht".
Wij zijn met Hem afgestorven, met Hem opgewekt en met Hem in de hoogste hemel geplaatst. Hier op aarde stellen wij misschien helemaal niets voor, maar in Christus zijn wij méér dan overwinnaars. Laten wij daar dan ook op gericht zijn!
"En het onaanzienlijke van de wereld en het verachte heeft God uitverkoren (…) Maar uit Hem bent u in Christus Jezus, Die voor ons is geworden wijsheid van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing, opdat het zal zijn zoals geschreven staat: Wie roemt, laat hij roemen in de Heere" (1 Kor. 1:28-31).