Logisch
In Kolossenzen 2:12 staat dat gelovigen met Christus zijn opgewekt tot nieuw leven. Daar spreekt Paulus ook over in Efeziërs 2. Daar lezen we in vers 5 en 6 over wat God gedaan heeft. God heeft ons:
- Met Christus levend gemaakt;
- met Hem opgewekt en
- met Hem een plaats gegeven in de hemelse gewesten.
Het is dan ook logisch dat gelovigen de dingen zoeken die boven zijn, zoals Paulus in Kolossenzen 3:1 betoogt. Daar is Christus namelijk, de Bron van leven. Hij is daar gezeten ter rechterhand Gods, in de positie van de Allerhoogste. Die plaats, boven alle overheid en macht, is ook onze plaats geworden. Daar horen wij thuis, zodat de apostel vervolgt met: "Bedenk de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn" (vs. 2). Onze wandel is een hemelse wandel. Daarover schreef Paulus ook al in hoofdstuk 2:6 en 7. Deze verzen vormen de schakel tussen de theorie en de praktijk; tussen het onderwijs en de uitwerking daarvan in de praktijk; tussen leer en leven - die twee moeten in balans zijn!
"Nu gij Christus Jezus, de Heere, aanvaard (of: ontvangen) hebt ..." (hfdst. 2:6). Wij hebben niet een andere denkwijze of leer ontvangen, maar een Persoon. Christus staat voorop. Hij is de Kurios!
"... wandelt in Hem ...". Dit wijst op een geestelijke instelling, waarbij we ons richten op de opgestane en verhoogde Heer. Wij mogen ons altijd bewust zijn, dat we met Hem (en met elkaar) verbonden zijn in één Lichaam, waarvan Hij het Hoofd is.
Zo'n hemelse wandel duidt eigenlijk op 2 dingen:
- Een wandel die zijn wortels heeft in de hemel zelf. Een wandel die verbonden is met de Levensbron, die in de hemel is en
- een wandel die (daarom) gericht is op de hemelse dingen.
Belangrijk daarbij is te beseffen,
- dat je niet meer op aarde thuishoort, maar in de hemel (Fil. 3:20 en 21);
- dat je niet meer van de wereld bent, maar van Christus (Kol. 1:13);
- dat je levensader niet meer verbonden is met de aarde (wereld), maar met de hemel (Kol. 2:7) en
- dat je leven niet beheerst wordt door aardse, wereldse principes, maar door hemelse (Kol. 3:2).
Wij mogen de dingen zoeken die boven zijn, zoals Paulus in Kolossenzen 3:3 verklaart: "Want u bent gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God". Wat deze hemelse gezindheid in de praktijk betekent, wordt uitgelegd in vers 5 en volgende. De verandering van een aardse naar een hemelse gezindheid vloeit voort uit de eenwording met Christus in Zijn dood en opstanding: "... de oude mens met zijn daden uitgetrokken, en met de nieuwe mens bekleed, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die Hem geschapen heeft…" (vs. 9 en 10).
In Christus zijn we een nieuw mens geworden en als zodanig wassen wij door de Geest op tot de volkomenheid en zullen te zijner tijd in volmaaktheid geopenbaard worden: "Als Christus verschijnt, Die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid" (Kol. 3:4 NBG-´51).
Dát is het glorieuze uitzicht van Gods wonderlijke heilshandelen met de Gemeente. Zonder enige twijfel of aarzeling bemoedigt Paulus de gelovigen. Zij zullen met Christus in heerlijkheid verschijnen. Dat ligt vast in Gods plan. Het is dus niet afhankelijk van ons, van wat wij doen of denken. Het is al helemaal niet afhankelijk van mensen en dingen in deze wereld! Wij hebben de heerlijkheid in Christus nu reeds ontvangen, maar het zal eerst in de toekomst zichtbaar worden. Wie met Christus gestorven is, is ook met Hem opgewekt en verhoogd in de hemel. En ... die zal straks ook met Hem delen in Zijn heerlijkheid! Wie de dingen zoekt, die boven zijn, kijkt dus vooral ook vooruit naar de vervulling van al Gods beloften. Dat geeft het leven perspectief!