Rechterhand
De rechterhand of rechterarm wordt in de Bijbel dikwijls overdrachtelijk gebruikt en staat voor: kracht, heerschappij, hoogheid. Dus eigenlijk moet je zeggen: Hij is 'gezeten in de macht van God'.
Wij moeten dus wel een beetje oppassen met de uitdrukking ´aan de rechterhand van...´. Het kan namelijk tot verkeerde gedachten leiden. Het is bijvoorbeeld niet zo, dat als wij nu ineens de hemel zouden binnengaan, dat wij daar twee (menselijke) figuren zien zitten: God, de Vader op de troon en naast Hem aan Zijn rechterzijde de Heere Jezus.
Deze gedachte kan, ook door bepaalde Bijbelgedeelten (zie bijv. Dan. 7:13 en Openb. 5) wel eens opkomen, maar is toch niet in overeenstemming met de rest van het geopenbaarde Woord. Immers, God is Geest en heeft Zich geopenbaard (lees: zichtbaar gemaakt) in de Heere Jezus Christus... in de Zoon. De Zoon is de zichtbaar wording, de uitdrukking van God. Paulus zegt in de Kolossenzenbrief: "Want in Hem (Christus) woont heel de volheid van de godheid lichamelijk" (2:9).
Johannes getuigt in hoofdstuk 1, vers 18: "Niemand heeft ooit God gezien..." (Daniël dus eertijds ook niet!) "...de eniggeboren Zoon, die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard". De komst van de Heere Jezus was dus de zichtbaar wording van God in tijd en ruimte. Christus Jezus, in de gestalte Gods zijnde (Fil. 2), heeft Zich ontledigd en de gestalte van een mens aangenomen. Als mens was God op aarde, in de Persoon van Jezus. De Mens Christus Jezus is na Zijn opstanding uit de dood opgevaren ten hemel en Zijn figuur is daar nu zichtbaar in de heerlijkheid van God.
Dit zijn wonderlijke dingen, die ons verstand verre te boven gaan, daarom is het goed onze gedachten af te stemmen op het Woord van God.
* Marcus 16
In vers 19 lezen wij: "De Heere dan is, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand van God". De Heere Jezus werd opgenomen in de hemel, staat er, en wij weten uit Handelingen 1 hoe dat gebeurd is. Dat was een lichamelijke, zichtbare hemelvaart. Uit Marcus 16:19 blijkt dus, dat Psalm 110:1 letterlijk in vervulling gegaan is op de dag van Zijn hemelvaart.
* Lukas 24
In vers 50 en 51 lezen wij: "Hij leidde hen naar buiten tot bij Bethanië. En Hij hief Zijn handen op en zegende hen. En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij Zich van hen verwijderde. En Hij werd opgenomen in de hemel". Ook hier in het kort een beschrijving van wat later uitvoeriger aan de orde komt in Handelingen 1.
Nogmaals: uit die beschrijving blijkt, dat de hemelvaart een lichamelijke aangelegenheid was. De Heere Jezus is niet zomaar opgelost in het niets of zo, maar voor de ogen van de discipelen (terwijl zij het zagen) opgevaren ten hemel. Een wolk onttrok Hem aan hun waarne-ming.
Hemelse plaats
Het feit dat Christus naar de hemel gegaan is, heeft voor ons, gelovigen, natuurlijk een geweldige betekenis. Wij zijn door het geloof in de Heere Jezus één met Hem geworden zijn. Eén in Zijn dood, Zijn opstanding en ook in Zijn verhoging.
In Efeze 2 lezen wij, dat God ons in Zijn liefde en genade levend gemaakt heeft met Christus... en ons met Hem opgewekt heeft... en ons met Hem een plaats gegeven heeft in de hemelse gewesten, in Christus Jezus (vers 4-6). Dat bepaalt ons bij de bijzondere positie waarin wij zijn terechtgekomen. Wij mogen daar nu reeds van genieten, elke dag opnieuw. In de toekomst zal God die overweldigende rijkdom van Zijn genade tonen naar Zijn goedertierenheid over ons in Christus Jezus (Efe. 2:7).
In het eerste hoofdstuk van de Efezebrief bejubelt Paulus deze rijkdom: "Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus" (vs. 3). Verderop bidt de apostel, dat gelovigen door (de) Geest van wijsheid en van openbaring Hem recht zullen kennen: "…verlichte ogen van uw verstand, om te weten wat de hoop van Zijn roeping is, en wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen, en wat de alles overtreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven…" (vs. 17 ev.).
Het is triest, dat er zoveel gelovigen zijn, die zich nauwelijks bewust zijn van de wonderbare positie, die zij nu in Christus mogen bezitten. Want het feit, dat Hij in de hemel is, betekent ook dat wij (in Hem) in de hemel zijn: hemelburgers op aarde!
God rekent, wat ons betreft, volledig met onze (hemelse) plaats in Christus, Zijn geliefde Zoon. En omdat Hij de Geliefde is, zijn wij "geliefden"! Omdat God in Hem een welbehagen heeft, heeft Hij een welbehagen in ons! Geen enkele roem in onszelf, het alles uit Hem en door hem en tot Hem en wie roemt, die roeme in de Heere!
Het is wel zaak en van uitermate groot belang, dat wij deze dingen in geloof volledig aanvaarden, zodat ons hart gaat overvloeien van dankzegging aan onze hemelse Vader. Waar Christus reeds verheerlijkt is in de hemel, daar delen wij nu reeds (!) in Zijn verheerlijking. Nog niet lichamelijk, maar wel geestelijk.
Onze verheerlijking met en in Christus is reeds een feit! Wij mogen ons daarom verheugen met grote vreugde. Bovendien zien wij uit naar de toekomst, want dan zal het allemaal ook een zichtbare realiteit worden.
Het oog omhoog, het hart naar boven
De apostel Paulus wil ons bewust maken van de betekenis van onze positie in Christus en de heerlijkheid daarvan. Hij wijst op de (praktische) consequentie van Christus' hemelvaart voor ons en schrijft in Kolossenzen 3: "Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn…".
De "dingen die boven zijn" komen tot ons door het Woord. De dingen zoeken die boven zijn is dan ook in de eerste plaats de Bijbel bestuderen om onderwezen te worden in de rijkdommen van Gods genade. Daarin gaat het om vragen als: Waarom is de Heere Jezus nu in de hemel? Welke positie bekleedt Hij nu? Wat is onze positie als gelovigen in deze bedeling, in het licht van de verhoogde Christus? Wat is onze relatie met God? Wat heeft God ons in Christus geschonken? Welk erfdeel hebben wij met Hem? Wat betekent dat voor de praktijk van ons leven hier op aarde? Wat is onze toekomst, onze bestemming in het plan van God? Enzovoort!
Kortom: stof tot nadenken genoeg in al deze vragen. Vragen, die voornamelijk beantwoord worden in de (late) brieven van Paulus, omdat aan Hem het geheimenis geopenbaard is omtrent de roeping, het wezen, de positie en de toekomst van de Gemeente, het Lichaam van Christus.
In de toekomst zal alles wat wij nu reeds geloven en zien met een geestelijk oog, heerlijke, zichtbare, voelbare werkelijkheid worden. Dan zullen wij geopenbaard worden in de heerlijkheid, waaraan wij nu reeds deel gekregen hebben. De Gemeente zal dan gezien worden als een toonbeeld van Gods genade!
Ons leven is nu reeds verborgen met Christus in God en "wanneer Christus verschijnt, Die ons leven is, zult ook gij met hem verschijnen in heerlijkheid" (Kol. 3:4 - NBG ´51).
Daarom zijn wij te allen tijde vol goede moed. Wij zien op de Heere en op Zijn toekomst, want Zijn toekomst is onze toekomst!
Belofte van Zijn wederkomst op aarde
De hemelvaart van de Heere Jezus houdt ook een geweldige belofte in voor de toekomst van Israël en de volkeren. Handelingen 1, vers 11: "Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan ".
Dat het hierbij gaat om de lichamelijke wederkomst van de Heere op aarde mag duidelijk zijn. Als het zover is, zal die belofte letterlijk worden vervuld. Dat was al voorzegd door de profeet Zacharia: Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt, aan de oostzijde (14:4). Israël, d.i. het land en de stad Jeruzalem, bevindt zich in die tijd in een miserabele situatie, zoals uit Zacharia 14 ook blijkt. De stad is omsingeld en zal ingenomen worden, de huizen zullen geplunderd en de vrouwen zullen verkracht worden (vs. 2). Maar als het dieptepunt van Israëls geschiedenis en die van Jeruzalem met deze heidense vertreding zal zijn bereikt, dan trekt de HEERE uit als Verlosser en Strijder voor het overblijfsel van Zijn volk. Hij zal (lichamelijk) terugkeren en Zijn stad ontzetten van de vijand en de heidense legers verslaan. Dit is de tijd waarover de Heere Jezus Zelf ook sprak in Zijn rede over de laatste dingen, en zei dat men de Zoon des mensen zal zien komen op de wolken des hemels met grote macht en heerlijkheid. Op indrukwekkende wijze zal de HEERE als Redder voor Sion verschijnen en vanaf dat moment zullen al Gods heerlijke beloften omtrent het herstel van Israël naar Zijn Goddelijke wil krachtig en definitief worden vervuld.
En dat zal zijn uitwerking hebben voor alle volkeren. In Zacharia 14:9 staat: "En de HEERE zal Koning worden over heel de aarde; op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige". Dan zal het zijn zoals Psalm 113:3 het zegt: “Vanwaar de zon opkomt tot waar hij ondergaat, zij de Naam van de HEERE geprezen”.