D66: Weg met Gods genade!
D66: Weg met Gods genade!
Vandaag, 8 januari, dient D66 een voorstel in om de woorden ‘bij de gratie Gods’ te schrappen, want zo wordt gezegd, de soevereiniteit ligt in Nederland bij de mensen, niet bij een God.
Het bericht luidt als volgt:
De tekst ‘bij de gratie Gods’ wordt, als het aan D66 ligt, afgeschaft in wetten. Tweede Kamerlid Stientje van Veldhoven dient er een voorstel voor in. D66 denkt er een meerderheid voor te vinden. “De vermelding van 'bij de gratie Gods' bij de ondertekening van wetten is in strijd met onze scheiding van Kerk en Staat. De soevereiniteit ligt in Nederland bij de mensen, niet bij een God'', meent Van Veldhoven. In wetten staat nu ‘Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden’. De soevereiniteit berust volgens deze tekst via de koning bij God, terwijl het volgens D66 bij alle burgers via het parlement is. Tot zover het bericht.
Het is juist, dat de regeringsbevoegdheid bij het parlement ligt in Nederland. En dat parlement wordt gekozen door de stemmers onder het volk dus ligt de soevereiniteit bij ‘de mensen’. Daar wordt in de praktijk overigens de hand mee gelicht, want die mensen c.q. hun volksvertegenwoordigers, hebben de koning namelijk niet gekozen ofzo. Dat is immers een kwestie van erfopvolging. Oké, laat maar.
Dit voorstel laat overigens zien, dat men er alles aan doet, D66 onder leiding van Alexander Pechtold, voorop, om God buiten beeld te brengen. Alsof je niks beters hebt om tijd en energie aan te besteden!
Gras eten
In de Bijbel wordt duidelijk dat soevereiniteit en koningschap zaken zijn die bij God horen. In het boek Daniël bijvoorbeeld: “…de God van de hemel heeft u het koningschap, macht, sterkte en eer gegeven” (2:37).
Het betreft hier de toenmalige heerser over het rijk van Babel, Nebukadnezar. In ijdele waan meende hij, dat hij zelf alles in eigen macht tot stand gebracht had en kon doen wat hij wilde. Nee dus. God leerde hem een lesje. Hij veranderde zijn hart en die grote Nebukadnezar werd voor een bepaalde tijd aan de dieren gelijk gemaakt, zodanig dat hij zelfs gras te eten kreeg. Het staat te lezen in Daniël 4. In vers 33 kun je lezen hoe hij er uit kwam te zien. De koning, en al zijn onderdanen, moeste goed beseffen “…dat de Allerhoogste Heerser is over het koningschap van mensen, en dat geeft aan wie Hij wil, en daarin zelfs de laagste onder de mensen aanstelt” (vs. 17). Dus: iedereen die zich bezighoudt met regeren is daarvoor verantwoording schuldig aan God!
In deze (genade)tijd handelt God niet op dezelfde wijze als toen. Dat heeft te maken met Zijn plan. Geluk dus voor hedendaagse koningen en parlementsleden. Zie het trouwens al voor me: samen lekker grazen in het weiland. Wat niet wegneemt dat hun verantwoordelijkheid blijft, en daarvoor zullen zij toch op enig moment rekenschap aan de Allerhoogste moeten geven. It’s all in the game.
Nebukadnezar heeft z’n lesje overigens wel geleerd en gaf tenslotte God de eer: “Ik, Nebukadnezar, prijs, roem en verheerlijk nu de Hemelkoning, omdat al Zijn daden waarheid zijn en Zijn paden gerechtigheid: Hij is in staat te vernederen wie in hoogmoed hun weg gaan” (4:37).
Macht
Verderop in de Bijbel lezen we over Jezus die als gevangene voor Pilatus werd geleid. Hij was stadhouder voor de Romeinse Keizer in Jeruzalem. De stadhouder was in twijfel over Jezus, maar voelde zich ook superieur. Hij zei: “Weet U niet dat ik macht heb U te kruisigen, en macht heb U los te laten?” Het antwoord van de Heere is veelzeggend: “U zou geen enkele macht tegen Mij hebben, als het u niet van boven gegeven was… (Joh. 19: 10-11). Eigenlijk wilde Pilatus Jezus loslaten, maar het volk bedreigde en intimideerde hem zodanig dat hij Hem overgaf om gekruisigd te worden. Toch zal hij dat met wroeging hebben gedaan, getuige het opschrift dat hij op het kruis schreef: “Jezus, de Nazarener, de Koning der Joden”.
Iedereen die zich bezighoudt met regeren is daarvoor verantwoording schuldig aan God!
Twee Alexanders
Het toeval (?) wil, dat onze koning en de leider van D66 dezelfde naam dragen: Alexander. Die naam betekent zoiets als: beschermer van mensen. Dat zit dus wel goed met die Alexanders. Ja, zou kunnen, maar hoeft niet.
De apostel Paulus kende ook een paar Alexanders. De ene was een man, wiens geloof schipbreuk heeft geleden (1 Tim. 1:20). Ergens onderweg was het fout gegaan met hem en dat niet alleen, hij vertoonde later zelfs blasfemische trekken door het geloof en gelovigen te belasteren. Dingen die we vandaag ook tegenkomen.
Over de andere zegt Paulus: “Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaad aangedaan. Moge de Heere hem vergelden naar zijn werken” (2 Tim. 4:14). Bepaald geen nobele figuren dus en het loopt ook slecht met hen af. Waarvan akte!
De grote Koning
Het laatste Bijbelboek vertelt ons hoe het met koningen en regeerders afloopt. Op zeker moment maakt de ‘God van de hemel’ aanstalten om rigoureus in te grijpen in de toestand hier op aarde. Met bazuingeschal en stemverheffing wordt het aangekondigd: “De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid” (Openb. 11:15). En even verderop: “Nu is gekomen de zaligheid, de kracht en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus” (12:10).
Soms wilde ik dat het alvast zover was. Dan komt de wereld er namelijk heel anders uit te zien. In die tijd van gerechtigheid en vrede zal elk mens die God de eer geeft, zich beschermt weten door de Allerhoogste. Voorlopig moeten we het nog doen met de Alexanders van deze wereld die in deze genadetijd gewoon hun gang mogen gaan… en dat bij de gratie Gods!